Schriftelijke vragen Conflicterende regelgeving en planvorming
Indiendatum: 18 feb. 2019
1. Worden bij een aanvraag voor omgevingsvergunning i.v.m. bouw van appartementen, de beleidsregels woningsplitsing integraal meegenomen? Zo ja, worden bouwaanvragen hieraan gedegen getoetst en kunnen omwonenden zich hierop beroepen? Zo nee, waarom niet?
In artikel. 2.10 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) is vastgelegd waaraan de aanvraag voor de omgevingsvergunning voor de activiteit 'bouwen' getoetst moet worden. Voor de activiteit bouwen geldt dat de omgevingsvergunning moet worden verleend wanneer aan de toetsingscriteria wordt voldaan (limitatief imperatief stelsel). Het bestemmingsplan en het Bouwbesluit 2012 (de bouwtechnische eisen) zijn voorbeelden van wettelijke kaders waaraan moet worden getoetst. Op grond van de Huisvestingswet 2014 kunnen gemeenten sturen in de samenstelling van de woningvoorraad. De gemeenteraad dient dan hiervoor een Huisvestingsverordening vast te stellen.
Ingevolge artikel 21 onder de van de Huisvestingswet kan de gemeente in de Huisvestingsverordening een verbod opnemen om zonder vergunning woningen te splitsen.
In de 'Huisvestingsverordening gemeente Arnhem 2016' (hierna Huisvestingsverordening) voorziet de gemeente Arnhem in het wettelijk kader om woningsplitsing te reguleren. De gemeente Arnhem kent op dit moment 'Beleidsregels Woningsplitsing gemeente Arnhem 2016' waarin de beleidsregels voor woningsplitsing zijn opgenomen.
De beleidsregels zijn op dit moment van toepassing op drie verschillende wijken:
1. Het Centrum, inclusief het daarbinnen gelegen kernwinkelgebied;
2. St. Marten/Sonsbeek-Zuid; en
3. Het Spijkerkwartier
Binnen deze gebieden is voor het opdelen/splitsen van een bestaande woonruimte naast een
omgevingsvergunning activiteit 'bouwen' ook een splitsingsvergunning nodig. Meer informatie over de huisvestingsverordening en bijbehorende beleidsregels woningsplitsing is terug te vinden op de gemeentelijke website. (https://www.arnhem.nl/Inwoners...).
De huisvestingsverordening wordt niet genoemd in de limitatieve lijst van artikel 2.10 van de Wabo. Dat betekent dat indien een eigenaar een woning wil splitsen hij naast een omgevingsvergunning voor de activiteit 'bouwen' ook een splitsingsvergunning nodig heeft. Dit heeft tot gevolg dat het verlenen van een omgevingsvergunning niet automatisch inhoudt dat ook een splitsingsvergunning op grond van de Huisvestingswet wordt verleend. Deze twee vergunningen zijn wettelijk niet gekoppeld. Er kan dus een omgevingsvergunning voor de activiteit 'bouwen' worden verleend terwijl niet wordt voldaan aan de criteria die nodig zijn voor een splitsingsvergunning. Aanvragers worden hierop geattendeerd door de Omgevingsdienst Regio Arnhem (ODRA). Ook al is er in juridische zin géén koppeling mogelijk bij de behandeling van aanvragen om omgevingsvergunningen voor het splitsen van woningen, toch is de ODRA er alert op dat ook aanvragen voor een splitsingsvergunning op grond van de Huisvestingswet voor de (ver)bouw worden ingediend. Dat betekent dat omgevingsvergunningen voor de activiteit 'bouwen' niet worden getoetst aan de huisvestingsverordening omdat deze niet is opgenomen in de limitatieve lijst van de Wabo. Omwonenden kunnen zich in deze procedure daar dan ook niet op beroepen. Als een aanvraag omgevingsvergunning activiteit 'bouwen' strijdig is met het bestemmingsplan en de gemeente wenst aan dat plan medewerking te verlenen dan is er ook een omgevingsvergunning voor 'het afwijken van het bestemmingsplan' nodig. Bij een dergelijke omgevingsvergunning moeten alle ruimtelijke relevante belangen worden afgewogen in het kader van een goede ruimtelijke ordening. Een van die belangen is het splitsingsbeleid.
Wellicht ten overvloede merken wij op dat de huidige Arnhemse huisvestingsverordening eindigt op 31 december a.s. Een nieuwe verordening wordt thans voorbereid en in de tweede helft van dit jaar wordt de nieuwe verordening aan de raad voorgelegd. Daarnaast wordt er onderzocht of de regels van de splitsingsverordening kunnen worden ondergebracht in het bestemmingsplan. Dan wordt een omgevingsvergunning voor de activiteit 'bouwen' ook aan de regels voor splitsing getoetst.
2. Wat is de status van de beleidsregels woningsplitsing? Zijn ze wel rechtsgeldig? Worden ze in
vergunningsaanvraag als toetsingscriterium meegenomen?
De beleidsregels 'Woningsplitsing gemeente Arnhem 2016' met haar basis in de
Huisvestingsverordening gemeente Arnhem 2016 is rechtsgeldig en dus bestaande wettelijke
regelgeving. Zie verder de reactie op vraag 1.
3. Op pagina 13 visie op transformatie staat:
“Initiatiefnemers krijgen binnen prioriteitsgebieden alle ruimte, medewerking en vrijheid die nodig
is om een pand te transformeren. Hierin gaan we ver. Alleen als de ontwikkeling niet veilig is,
tegen wetgeving indruist, conflicterende belangen heeft met bestaande functies, of milieuschade
veroorzaakt, kunnen we transformatieverzoeken weigeren”. In welke mate betekent dit dat overige regelgeving hiermee buiten beschouwing kan worden gelaten? Bent u het met ons eens dat de uitwerking op locatie binnen de kaders die door de gemeenteraad gesteld zijn moeten blijven?
De Visie op Transformatie is door raad vastgesteld op 2 november 2015. Wij voeren dit vastgestelde beleid uit en blijven hierbij binnen de door de raad gestelde kaders. Dat betekent dat bij aanvragen aan dit beleid wordt getoetst. Dit betekent niet dat overige regelgeving buiten beschouwing wordt gelaten zoals dit ook in de Visie op Transformatie is verwoord.
4. Op basis van welke besluiten worden aanvragen getoetst?
Bij de beantwoording van vraag 1 is aangegeven dat in de Wabo is opgenomen aan welke besluiten omgevingsvergunningen worden getoetst. Indien er sprake is van strijd met het bestemmingsplan moet er een bredere belangenafweging plaatsvinden. Dit is onder andere van toepassing op transformaties van kantoren naar wonen. Deze zijn meestal in strijd met het bestemmingsplan. Bij deze aanvragen wordt onder andere getoetst aan landelijke wetgeving, de provinciale Omgevingsverordening en vastgesteld landelijk, provinciaal en gemeentelijk beleid.
5. Op welke wijze worden omwonenden en belanghebbenden bij planvorming betrokken, is dat een eis? Zo ja, hoe wordt gehandeld indien daar niet aan gehouden wordt?
Participatie is een belangrijk middel om omwonenden en belanghebbende bij (ruimtelijke) planvorming te betrekken. Op dit moment geldt er geen wettelijk eis in de Wabo of de Wet ruimtelijke ordening (Wro) om bij planvorming (zowel bij omgevingsvergunningen als bestemmingsplannen) vooraf te participeren. De gemeente en de ODRA dringen bij initiatiefnemers aan om (in een zo vroeg mogelijk stadium) in overleg te treden met de omwonenden/belanghebbenden. Het wijkteam kan daarbij ondersteunen. In 2021 treedt de nieuwe Omgevingswet in werking. De Omgevingswet voorziet in één wettelijke kader
met alle relevante wetgeving binnen de fysieke leefomgeving. Participatie krijgt in de Omgevingswet wel een verplicht karakter maar de wet schrijft niet voor op welke wijze participatie moet worden vormgegeven. De komende tijd moeten we als gemeente gaan bepalen hoe participatie er in de praktijk uit komt te zien.
Het Ministerie van Binnenlands Zaken en Koninkrijksrelaties heeft een website samengesteld over participatie onder de Omgevingswet met daarbij een inspiratiegids. Meer informatie daarover vindt u op de volgende website: https://aandeslagmetdeomgeving....
6. Hoe moeten burgers en ondernemers weten welke regels gelden wanneer beleidsstukken met
elkaar in conflict zijn? Welke rangorde geldt binnen het door de gemeenteraad vastgestelde beleid?
Het streven is om met elkaar als college en raad beleidskaders af te spreken die niet met elkaar in conflict zijn en die vanuit een integrale benadering worden opgesteld en vastgelegd. Beleidstukken kunnen echter verschillende doelen hebben waardoor het kan voorkomen dat er strijdigheid tussen verschillende beleidsdoelen ontstaat. Mocht dat het geval zijn dan betekent dat, dat ons college per geval zal bekijken welk beleid de doorslag zal geven. Indien er wordt afgeweken van het beleid kan dat alleen met een deugdelijke motivering. Er is dan sprake van maatwerk. Soms kan een plan zo worden aangepast dat toch aan het beleid kan worden voldaan.
7. Hoe wordt rechtszekerheid gewaarborgd?
Bij de procedures van een omgevingsvergunning of bestemmingsplanwijziging hebben
belanghebbenden wettelijk meerdere mogelijkheden om bezwaar aan te tekenen of zienswijze in te dienen en daarna beroep (en eventueel hoger beroep) in te dienen. Belanghebbenden kunnen deze procedure gebruiken en hiermee is de rechtszekerheid gewaarborgd.
8. Wat is het gevolg van verouderde bestemmingsplannen t.a.v. regelgeving omtrent geldende
voorschriften?
Door een recente wetswijziging van de Wro is de eis dat bestemmingsplannen niet ouder mogen zijn dan 10 jaar komen te vervallen. We kennen in Arnhem nog wel plekken waar bestemmingsplannen gelden die ouder zijn dan 10 jaar. Afhankelijk van de juridische en beleidsmatige uitgangspunten kan zo'n plan verouderd zijn, maar het behoudt wel zijn rechtskracht. Om nieuwe of recente voorschriften of wetgeving te implementeren in alle bestemmingsplannen werken we regelmatig met facetplannen. Zo is er een facetplan gemaakt om de leemlagen te beschermen en één om de parkeernormen in alle bestemmingsplannen te implementeren naar aanleiding van gewijzigde wetgeving. Met een facetplan wordt een nieuwe regeling in één keer aan meerdere bestemmingsplan
toegevoegd. Zo houden we onze bestemmingsplannen actueel.
9. Op verschillende plaatsen in Arnhem ontbreken bestemmingsplannen of zijn deze verouderd. Op welke termijn kunnen we een actualisatie van deze bestemmingsplannen tegemoet zien? Bent u het met ons eens dat planvorming in deze gebieden zou moeten wachten totdat is de actualisatie van het bestemmingsplan is voorzien?
Zoals aangegeven bij de beantwoording van vraag 8 stond in het verleden in de Wro dat
bestemmingsplannen elke 10 jaar moesten worden herzien. Deze verplichting is onlangs uit de wet gehaald waardoor actualisatie niet meer vanuit de wetgever verplicht is. Met het oog op de komst van de Omgevingswet willen we een aantal bestemmingsplannen die ouder zijn dan 10 jaar toch herzien. Op deze manier zorgen we ervoor dat zo veel mogelijk bestemmingsplannen actueel beleid bevatten en digitaal op orde zijn.
De bestemmingsplan die we gaan actualiseren hebben een beherend karakter en maken in principe geen nieuwe (bouw)ontwikkelingen mogelijk. Mochten er ontwikkelingen spelen in het gebied, dan doorlopen die een eigen planologische procedure, die los staat van de procedure van de actualisatie van een bestemmingsplan. Op die manier zorgen we ervoor dat ontwikkellocaties niet kunnen zorgen voor een vertraging van een beheerbestemmingsplan en andersom. Daarnaast zullen wij bij ontwikkelplannen, zoals gebruikelijk, als gemeente een zorgvuldige afweging maken.
Er zijn nog enkele gebieden in Arnhem waarvoor geen bestemmingsplan geldt. Hiervoor zijn
bestemmingsplannen in voorbereiding of in procedure zoals het bestemmingsplan 'Gebiedsontwikkeling Stadsblokken Meinerswijk' en het bestemmingsplan 'Kleefse Waard 2019' (deze bestemmingsplannen liggen als ontwerp ter inzage).
10. Hoe wordt wetsgelijkheid tussen aanvragers en burgers met bezwaren geborgd? Is voor beide partijen evenveel ambtelijke ondersteuning beschikbaar?
Er is geen wetsongelijkheid tussen aanvragers en burgers. De wet maakt hiertussen geen onderscheid.
11. Wat is de actieve rol van het college waar het handhaving vanuit ODRA betreft? In hoeverre is er actief beleid om op handhaving aan te sturen?
De ODRA voert toezicht uit en toetst daarbij aan de regels van het Bouwbesluit dan wel de
beleidskaders van de gemeente.
12. Is er een benchmark hoe de ODRA scoort ten opzichte van andere omgevingsdiensten? Zo ja, wat zijn de resultaten?
Er is op dit moment geen benchmark beschikbaar. Binnen het Gelders Stelsel (alle Gelderse
Omgevingsdiensten) wordt hier wel aan gewerkt. Overigens hebben niet alle gemeente hun bouwtaken ingebracht bij een Omgevingsdienst.
13. Welk onderscheid bestaat tussen ondernemers en burgers die illegale bouwsels neerzetten,
waardoor de ene keer actieve medewerking wordt verleend om alsnog een vergunning te verkrijgen en de andere keer direct tot handhaving met eventueel dwangsom wordt overgegaan?
Een ieder die illegaal zonder omgevingsvergunning iets bouwt wordt gelijk behandeld. Hierbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen burgers en ondernemers. Indien geconstateerd wordt dat ergens illegaal een bouwwerk is geplaatst, gaan we handhavend optreden. Dat kan op verschillende manieren. Meestal wordt er eerst een bouwstop opgelegd (zoals bij de Jacobiberg). Vervolgens wordt gekeken of dit bouwwerk achteraf gelegaliseerd kan worden. Dit zogenaamde legalisatie onderzoek is onderdeel van de benodigde onderbouwing om bij een overtreding handhavend te kunnen optreden. Uitgangspunt hierbij is dat wat wij als gemeente niet willen en illegaal gebouwd is, niet kan worden gelegaliseerd.
Mocht blijken dat legalisatie wel mogelijk is dan zal hiervoor alsnog een omgevingsvergunning moeten worden aangevraagd en worden verleend. Indien legalisatie niet haalbaar is, zal worden overgegaan tot handhaving.
14. Hoe wordt willekeur in de uitvoering voorkomen en wanneer wordt het beleid aangepast/
geüniformeerd?
Er is een initiatievenberaad ingesteld waar ruimtelijke initiatieven worden getoetst. Hier zitten steeds dezelfde mensen om tafel. In dit beraad zijn alle relevante disciplines zoals stedenbouw, landschap, groen en ecologie, mobiliteit, wonen, economische zaken, openbare ruimte, erfgoed, milieu, maar ook bijvoorbeeld team leefomgeving vertegenwoordigd. Hierdoor kunnen vergelijkbare aanvragen makkelijker op elkaar worden afgestemd. Het initiatievenberaad loopt vooruit op de komst van de Omgevingswet waarin integraal werken steeds meer een plek zal krijgen. Het initiatievenberaad heeft ook de functie van het signaleren van bepaalde trends en ontwikkelingen in de stad/wijk die vragen om nieuw of aanpassing van (bestaand) beleid (zoals het splitsingsbeleid).
Wij staan voor:
Interessant voor jou
Schriftelijke vragen Dierenmishandeling bij de Sunflowers Ranch
Lees verderSchriftelijke vragen Bomenkap Leidenweg
Lees verder