Schriftelijke vragen Verzoek GGD’s en veiligheidsregio’s aan de Minister van VWS over uitbreiding bevoegdheden in verband met bron- en contactonderzoek
Indiendatum: 1 jun. 2020
In deze brief geeft de burgemeester terecht het belang aan van grondig en gedegen bron- en contactonderzoek bij vastgestelde besmettingen met het Corona-virus. Hij signaleert daarbij diverse problemen, met name wat betreft het contactonderzoek onder met het virus besmette arbeidsmigranten, in dit geval bij slachterij VION in Groenlo. Deze problemen vormen de aanleiding voor het verzoek van diverse GGD’s en veiligheidsregio’s om nadere bevoegdheden waarmee het mogelijk wordt om medewerking aan contactonderzoek af te dwingen. Vooralsnog vindt medewerking aan contactonderzoek plaats op basis van vrijwilligheid.
Naar aanleiding van de raadsbrief en de bijlage hebben wij de volgende vragen, die geschreven zijn vanuit een zorg om inbreuk op grondrechten. We willen benadrukken dat de noodzaak voor het bron- en contactonderzoek voor ons niet ter discussie staat en dat het in ieders belang is dat er aan meegewerkt wordt.
Bij de beantwoording van de vragen verzoeken wij u met name in te gaan op het perspectief van ingezetenen en kort verblijvende arbeidsmigranten, niet zozeer op bedrijven en uitzendbureaus.
1) Hebben de voorzitters van de veiligheidsregio’s de colleges van B&W in de betrokken regio’s geconsulteerd alvorens dit verzoek in te dienen?
Het verzoek aan de minister is gedaan door de voorzitters van de Veiligheidsregio's en de directeuren publieke gezondheid van beide regio's. Aan het begin van de corona-crisis is COVID-19 aangewezen als een meldingsplichtige A-ziekte. Dat betekent dat de regie en leiding van de bestrijding van de ziekte in handen is van de minister van Volksgezondheid. De minister heeft vervolgens de voorzitters van de Veiligheidsregio's opgedragen de bestrijding ter hand te nemen. Om dit te kunnen doen, is op 13 maart 2020 opgeschaald naar GRIP4 wat betekent dat op basis van art 39 van de wet op de veiligheidsregio's de noodbevoegdheden op gebied van openbare orde en veiligheid van de burgemeesters in de veiligheidsregio's worden overgedragen aan de voorzitter. De voorzitter stemt af met de burgemeesters over de maatregelen in het Regionaal Beleidsteam, de colleges van de gemeenten hebben hierin geen rol.
De recente besmettingen onder arbeidsmigranten in Velp en Groenlo vormen de aanleiding van het verzoek aan de minister. Over de besmettingen en het voorkomen van verdere verspreiding is
verschillende keren in het Regionaal Beleidsteam gesproken. De burgemeesters hebben daar aan de voorzitter van de Veiligheidsregio de behoefte aan extra maatregelen geuit gezien de acture
problematiek.
2) Bent u het met ons eens dat gedwongen meewerken aan contactonderzoek een inbreuk op de
persoonlijke levenssfeer is?
We hebben het verzoek gedaan omdat uit bescherming van de gezondheid van onze inwoners, en zeker van de kwetsbaren in onze samenleving. Zodra besmettingen worden geconstateerd, is snelheid de bepalende factor om verdere verspreiding van het virus tegen te gaan.
Bron- en contactonderzoek is heel erg belangrijk om de bron van een besmetting te kunnen achterhalen en maatregelen te treffen. Hoe sneller dit lukt, des te minder in de levenssfeer van mensen wordt ingegrepen. Dankzij de betrokkenheid van de inwoners en goede samenwerking tussen de gemeenten kunnen we besmette personen over het algemeen ook snel vinden en in isolatie brengen. Hun huisgenoten gaan dan in quarantaine.
Het duurt op dit moment in de casuïstiek rondom arbeidsmigranten te lang om verhuurders,
werkgeversorganisaties, uitzendbureaus en de arbeidsmigranten en hun collega's te overtuigen
adressen te geven waardoor de publieke gezondheid in het gedrang komt. Om die reden hebben we aan de minister gevraagd om bevoegdheden om in voorkomende gevallen medewerking te kunnen verplichten. Een verplichting tot het meewerken aan een bron- en contactonderzoek is inderdaad een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer. Om die reden is aan de minister gevraagd de nodige wettelijke maatregelen te treffen, zodat onder deze gedwongen medewerking aan een bron - en contactonderzoek, die puur het belang van de volksgezondheid dient, een rechtmatige grondslag wordt gelegd.
3) Welke dwangmiddelen hoopt de veiligheidsregio in te kunnen zetten?
Het gaat om de verplichting mee te werken aan bron- en contactonderzoek.
4) Is de intentie van het verzoek dat de mogelijkheid tot dwang alle ingezetenen van Nederland en allen die verblijven in Nederland treft?
Nee, dat is een ultieme oplossing. Of dit noodzakelijk is, wordt zorgvuldig ingeschat door de directeur publikieke gezondheid en betrokken artsen. We ervaren over het algemeen een grote betrokkenheid en bereidwilligheid om mee te werken aan het bron- en contactonderzoek.
5) Is, los van deze intentie, en gezien de aanleiding van de uitbraak in bedrijven met veel
arbeidsmigranten, het effect van deze bevoegdheid naar het oordeel van het college mogelijk
discriminerend naar specifieke bevolkingsgroepen?
Nee.
6) De extra bevoegdheden zijn beoogd onderdeel van de noodverordening onder auspiciën van de veiligheidsregio. Democratische controle hierop vanuit de regiogemeenten is gering en indirect. Welke waarborgen zijn er, dat de dwangmiddelen terecht worden ingezet? Hoe wordt het toezicht geregeld?
De huidige Wet publieke gezondheid kent al een aantal dwangmaatregelen, die kunnen worden ingezet als een (mogelijk) met een Infectieziekte A (zoals COVID-19) besmet persoon zich niet vrijwillig houdt aan de maatregelen die nodig zijn om verspreiding van de ziekte te voorkomen. Zo kent de wet de mogelijkheid van verplichte isolatie in een ziekenhuis en quarantaine, en er kan bv. ook een verbod tot werken (gedurende de periode dat men nog niet beter, c.q. zeker niet besmettelijk meer is) worden opgelegd. Een dergelijk werkverbod is bijvoorbeeld opgelegd in het geval van de besmette Velpse arbeidsmigranten die in Arnhem op een schip werden gehuisvest. De zeer vergaande maatregelen van quarantaine en isolatie moeten altijd direct aan de rechter ter toetsing worden voorgelegd (zie artikel 39 en volgende van de Wet publieke gezondheid). Tegen andere, minder vergaande opgelegde maatregelen - zoals een werkverbod - kan betrokkene bezwaar maken en beroep instellen bij de rechtbank. Daarmee is geborgd dat er rechterlijk toezicht is op toepassing van de dwangmaatregelen uit de Wet publieke gezondheid. Indien deelname aan bron- en contactonderzoek als dwangmaatregel in de wet zou worden opgenomen, zal een betrokkene ook een beroep op de rechter kunnen doen om te laten
toetsen of die maatregel in zijn geval rechtmatig is. De democratische controle met betrekking tot de Wet publieke gezondheid ligt bij het parlement, als mede-wetgever en als controleur van de regering.
7) Kan het college reflecteren op de proportionaliteit van dwangmaatregelen?
Het uitgangspunt is dat op vrijwillige basis wordt meegewerkt aan bron- en contactonderzoek. Alleen in die gevallen dat dit niet gebeurt en de volksgezondheid in het gedrang komt en mensen beschermd moeten worden, kan worden overgegaan tot verplichting. Het college acht dit proportioneel.
8) Welke niet-dwingende methoden zijn overwogen om de medewerking van de betrokkenen te
verkrijgen?
Vanaf het moment dat de besmettingen bekend waren, is voortdurend overleg geweest met de
betrokkenen en met de werkgevers en uitzendorganisaties om hen te overtuigen van het belang van bron- en contactonderzoek.
9) De leef- en arbeidsomstandigheden van arbeidsmigranten zijn een belangrijke aanleiding voor het ontstaan van deze situatie. Zijn er redenen om aan te nemen dat dergelijke situaties zich ook in Arnhem voor kunnen doen? Wat gaat het college doen om deze situatie te verbeteren?
Alleen door grondig bron- en contactonderzoek te doen, kunnen we bepalen wat de bron van
besmettingen is. Op basis van de uitkomsten van dat onderzoek kan dan bepaald worden wat de juiste maatregelen zijn. In geval van besmettingen gaan de besmette personen in isolatie en de huisgenoten in quarantaine.
10) Wat zijn de achterliggende redenen dat de betrokken personen “onderduiken” zoals in de brief wordt gesteld, als ze benaderd worden door een overheidsfunctionaris?
In de brief aan de minister wordt verwezen naar signalen dat contact met de overheid wordt vermeden.
Er is geen informatie over de redenen hiervoor.
Indiendatum:
1 jun. 2020
Antwoorddatum: 23 jun. 2020
In deze brief geeft de burgemeester terecht het belang aan van grondig en gedegen bron- en contactonderzoek bij vastgestelde besmettingen met het Corona-virus. Hij signaleert daarbij diverse problemen, met name wat betreft het contactonderzoek onder met het virus besmette arbeidsmigranten, in dit geval bij slachterij VION in Groenlo. Deze problemen vormen de aanleiding voor het verzoek van diverse GGD’s en veiligheidsregio’s om nadere bevoegdheden waarmee het mogelijk wordt om medewerking aan contactonderzoek af te dwingen. Vooralsnog vindt medewerking aan contactonderzoek plaats op basis van vrijwilligheid.
Naar aanleiding van de raadsbrief en de bijlage hebben wij de volgende vragen, die geschreven zijn vanuit een zorg om inbreuk op grondrechten. We willen benadrukken dat de noodzaak voor het bron- en contactonderzoek voor ons niet ter discussie staat en dat het in ieders belang is dat er aan meegewerkt wordt.
Bij de beantwoording van de vragen verzoeken wij u met name in te gaan op het perspectief van ingezetenen en kort verblijvende arbeidsmigranten, niet zozeer op bedrijven en uitzendbureaus.
1) Hebben de voorzitters van de veiligheidsregio’s de colleges van B&W in de betrokken regio’s geconsulteerd alvorens dit verzoek in te dienen?
Het verzoek aan de minister is gedaan door de voorzitters van de Veiligheidsregio's en de directeuren publieke gezondheid van beide regio's. Aan het begin van de corona-crisis is COVID-19 aangewezen als een meldingsplichtige A-ziekte. Dat betekent dat de regie en leiding van de bestrijding van de ziekte in handen is van de minister van Volksgezondheid. De minister heeft vervolgens de voorzitters van de Veiligheidsregio's opgedragen de bestrijding ter hand te nemen. Om dit te kunnen doen, is op 13 maart 2020 opgeschaald naar GRIP4 wat betekent dat op basis van art 39 van de wet op de veiligheidsregio's de noodbevoegdheden op gebied van openbare orde en veiligheid van de burgemeesters in de veiligheidsregio's worden overgedragen aan de voorzitter. De voorzitter stemt af met de burgemeesters over de maatregelen in het Regionaal Beleidsteam, de colleges van de gemeenten hebben hierin geen rol.
De recente besmettingen onder arbeidsmigranten in Velp en Groenlo vormen de aanleiding van het verzoek aan de minister. Over de besmettingen en het voorkomen van verdere verspreiding is
verschillende keren in het Regionaal Beleidsteam gesproken. De burgemeesters hebben daar aan de voorzitter van de Veiligheidsregio de behoefte aan extra maatregelen geuit gezien de acture
problematiek.
2) Bent u het met ons eens dat gedwongen meewerken aan contactonderzoek een inbreuk op de
persoonlijke levenssfeer is?
We hebben het verzoek gedaan omdat uit bescherming van de gezondheid van onze inwoners, en zeker van de kwetsbaren in onze samenleving. Zodra besmettingen worden geconstateerd, is snelheid de bepalende factor om verdere verspreiding van het virus tegen te gaan.
Bron- en contactonderzoek is heel erg belangrijk om de bron van een besmetting te kunnen achterhalen en maatregelen te treffen. Hoe sneller dit lukt, des te minder in de levenssfeer van mensen wordt ingegrepen. Dankzij de betrokkenheid van de inwoners en goede samenwerking tussen de gemeenten kunnen we besmette personen over het algemeen ook snel vinden en in isolatie brengen. Hun huisgenoten gaan dan in quarantaine.
Het duurt op dit moment in de casuïstiek rondom arbeidsmigranten te lang om verhuurders,
werkgeversorganisaties, uitzendbureaus en de arbeidsmigranten en hun collega's te overtuigen
adressen te geven waardoor de publieke gezondheid in het gedrang komt. Om die reden hebben we aan de minister gevraagd om bevoegdheden om in voorkomende gevallen medewerking te kunnen verplichten. Een verplichting tot het meewerken aan een bron- en contactonderzoek is inderdaad een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer. Om die reden is aan de minister gevraagd de nodige wettelijke maatregelen te treffen, zodat onder deze gedwongen medewerking aan een bron - en contactonderzoek, die puur het belang van de volksgezondheid dient, een rechtmatige grondslag wordt gelegd.
3) Welke dwangmiddelen hoopt de veiligheidsregio in te kunnen zetten?
Het gaat om de verplichting mee te werken aan bron- en contactonderzoek.
4) Is de intentie van het verzoek dat de mogelijkheid tot dwang alle ingezetenen van Nederland en allen die verblijven in Nederland treft?
Nee, dat is een ultieme oplossing. Of dit noodzakelijk is, wordt zorgvuldig ingeschat door de directeur publikieke gezondheid en betrokken artsen. We ervaren over het algemeen een grote betrokkenheid en bereidwilligheid om mee te werken aan het bron- en contactonderzoek.
5) Is, los van deze intentie, en gezien de aanleiding van de uitbraak in bedrijven met veel
arbeidsmigranten, het effect van deze bevoegdheid naar het oordeel van het college mogelijk
discriminerend naar specifieke bevolkingsgroepen?
Nee.
6) De extra bevoegdheden zijn beoogd onderdeel van de noodverordening onder auspiciën van de veiligheidsregio. Democratische controle hierop vanuit de regiogemeenten is gering en indirect. Welke waarborgen zijn er, dat de dwangmiddelen terecht worden ingezet? Hoe wordt het toezicht geregeld?
De huidige Wet publieke gezondheid kent al een aantal dwangmaatregelen, die kunnen worden ingezet als een (mogelijk) met een Infectieziekte A (zoals COVID-19) besmet persoon zich niet vrijwillig houdt aan de maatregelen die nodig zijn om verspreiding van de ziekte te voorkomen. Zo kent de wet de mogelijkheid van verplichte isolatie in een ziekenhuis en quarantaine, en er kan bv. ook een verbod tot werken (gedurende de periode dat men nog niet beter, c.q. zeker niet besmettelijk meer is) worden opgelegd. Een dergelijk werkverbod is bijvoorbeeld opgelegd in het geval van de besmette Velpse arbeidsmigranten die in Arnhem op een schip werden gehuisvest. De zeer vergaande maatregelen van quarantaine en isolatie moeten altijd direct aan de rechter ter toetsing worden voorgelegd (zie artikel 39 en volgende van de Wet publieke gezondheid). Tegen andere, minder vergaande opgelegde maatregelen - zoals een werkverbod - kan betrokkene bezwaar maken en beroep instellen bij de rechtbank. Daarmee is geborgd dat er rechterlijk toezicht is op toepassing van de dwangmaatregelen uit de Wet publieke gezondheid. Indien deelname aan bron- en contactonderzoek als dwangmaatregel in de wet zou worden opgenomen, zal een betrokkene ook een beroep op de rechter kunnen doen om te laten
toetsen of die maatregel in zijn geval rechtmatig is. De democratische controle met betrekking tot de Wet publieke gezondheid ligt bij het parlement, als mede-wetgever en als controleur van de regering.
7) Kan het college reflecteren op de proportionaliteit van dwangmaatregelen?
Het uitgangspunt is dat op vrijwillige basis wordt meegewerkt aan bron- en contactonderzoek. Alleen in die gevallen dat dit niet gebeurt en de volksgezondheid in het gedrang komt en mensen beschermd moeten worden, kan worden overgegaan tot verplichting. Het college acht dit proportioneel.
8) Welke niet-dwingende methoden zijn overwogen om de medewerking van de betrokkenen te
verkrijgen?
Vanaf het moment dat de besmettingen bekend waren, is voortdurend overleg geweest met de
betrokkenen en met de werkgevers en uitzendorganisaties om hen te overtuigen van het belang van bron- en contactonderzoek.
9) De leef- en arbeidsomstandigheden van arbeidsmigranten zijn een belangrijke aanleiding voor het ontstaan van deze situatie. Zijn er redenen om aan te nemen dat dergelijke situaties zich ook in Arnhem voor kunnen doen? Wat gaat het college doen om deze situatie te verbeteren?
Alleen door grondig bron- en contactonderzoek te doen, kunnen we bepalen wat de bron van
besmettingen is. Op basis van de uitkomsten van dat onderzoek kan dan bepaald worden wat de juiste maatregelen zijn. In geval van besmettingen gaan de besmette personen in isolatie en de huisgenoten in quarantaine.
10) Wat zijn de achterliggende redenen dat de betrokken personen “onderduiken” zoals in de brief wordt gesteld, als ze benaderd worden door een overheidsfunctionaris?
In de brief aan de minister wordt verwezen naar signalen dat contact met de overheid wordt vermeden.
Er is geen informatie over de redenen hiervoor.
Wij staan voor:
Interessant voor jou
Schriftelijke vragen Handhavingsverzoek MOB van biomassacentrale Veolia
Lees verderSchriftelijke vragen Ganzen bij de Rijkerswoerdse Plassen
Lees verder